woensdag 14 december 2011

Dhangadhi, wat is er anders....


Ik zie dat het al 14 december is. Een tijd waar ik in NL altijd naar uitkeek, Advent komt hier wat in de verdrukking, over Kerstvoorbereidingen maar te zwijgen. Ik heb net Juul op Skype gesproken. Op de achtergrond tuigden haar kinderen de boom op. Ook op Facebook zie ik verschikkende mooie Kerstbomen voorbij komen. Ja, internet helpt wel om een beetje om in contact te blijven met het thuisfront.
De afgelopen dagen verliepen vrij rustig. Gisteren ben ik niet mee geweest met het zoeken naar woningen voor Ewa en Debbie. Na maandag wist ik dat ¾ van de tijd uit wachten zou bestaan. Ik heb de tijd anders gebruikt. Mijn harp gestemd en heerlijk 1 ½ uur gespeeld. Ook een nieuw stuk dat ik nog op gekregen heb van Valerie. De harp heeft van de vochtige reis op het eerste gezicht niet veel geleden. 
Verder heb ik nog wat aan mijn Nepalees gewerkt.  
Er is hier niet zoveel te doen of te zien. Daar komt bij dat het weer ook niet echt mee zit. Het is hier nu winter, Niet dat je dan een jas nodig hebt hoor, een wollen omslagdoek is voldoende. Maar ’s nachts komt de mist en die trekt soms overdag weg, maar de laatste twee dagen niet….een beetje zoals en Muri (CH) dus. De temperatuur is overdag tussen de 15 en 20 graden. Het waait niet maar het is wel vochtig.

Dhangadhi is dus de plaats waar ik nu vertoef. Ik heb niet zoveel met deze stad. Er is niet echt veel te zien, en het is ook net op het land. Ik mag geloof ik blij zijn dat ik naar Tikapur ga.
De hoofdstraat is wel redelijk druk. Er rijden hier vooral riksja’s en heel veel fietsen. Veel minder motors dan in Kathmandu en nauwelijks auto’s. Ongeveer twee vrachtwagens of bussen per uur. Er zijn vooral fietsbellen te horen….hihi.
Er woont hier een mix van mensen. De inlandse Tharu bevolking ziet er vaak zeer kleurig gekleed uit. Hun gezicht is wat plat en hun neus ook. Daarnaast zijn er veel mensen uit India hier naartoe getrokken, ze hebben langgerekte gezichten en vaak een grotere rechte neus. De Tharu mensen werken veel op het land met vee, ook in de technische handwerksector zijn ze veel gezien. De Indiase mensen hebben wat meer handelseest en hebben vaak een winkeltje, zijn kleermaker of edelsmid. Dit is erg generaliserend, maar grofweg is het zo zichtbaar.
Er wordt veel gebouwd in deze stad. Er werken opvallend veel vrouwen in de bouw. Ze dragen stapels bakstenen op een ring van stof, op hun hoofd, mengen met een schep de cement en slepen veel van de zware spellen naar de juiste plaats. De mannen besturen de riksja’s. En als je ziet wat daar allemaal op past….ongelooflijk hoe hoog zo iets beladen kan worden.

Zo gauw je de grote straat verlaat door een zijstraatje te nemen, kom je kleine boerderijtjes tegen. De meesten hebben een stukje land waar ze wat groente of fruit op verbouwen. Daarnaast zijn er veel koeien en geiten te zien, tot nu toe heb ik twee varkens kunnen ontdekken.
De honden zijn ook hier erg zelfstandig. Lijken vooral bij niemand te horen. De honden zijn er hier erger aan toe dan in Kathmandu…ze hebben bijna allemaal onthaarde plekken, soms zweren. Het is vreselijk om te zien.
Er lopen hier meer katten rond. De meesten zijn ook wat magertjes maar ze lijken gezonder te zijn.
Wat bijzonder is zijn de vogels! Er vliegen hier vogels die ik van mijn leven nog nooit gezien heb. Zowel grote als kleine vogeltjes. Het is een genot om ze te bekijken. Er zijn ook heel veel mussen. Ze tsjilpen ’s ochtend vrolijk en maken het opstaan makkelijker.

De omgeving ziet er ook heel naders uit. Je kunt goed zien dat het hier subtropisch is. Palmbomen, bananen, mango bomen….je kunt nu de mandarijnen en appelsienen plukken. Jammer genoeg zijn er hier geen avocado’s. Ook staan er soms metershoge cactussen langs de weg…..
Als wij met z’n drieën over straat lopen, hebben we erg veel bekijks. Mensen staren onbeschaamd. Dat is wel wennen. Soms hoor ik dan “bedesi, bedesi…” wat zoveel betekend als buitenlander…. Moedige kinderen roepen wel eens “How are you, I am fine” en lachen dan verlegen. De mensen zijn steeds vriendelijk en behulpzaam, maar ook nieuwsgierig. Een paar woorden Nepali van ons tovert een glimlach op ieder gezicht…..

Inmiddels hebben vandaag Ewa en Debbie ook een woning gevonden. Gelukkig maar. Debbie krijgt een appartement met twee grote kamers en een keuken met een houtoven! Een gigantische tuin en een groot dakterras. Ewa houdt het wat kleiner, maar knus. Ze komen vlak bij Mark en Terri te wonen. Dat zal er voor zorgen dat ze makkelijk met elkaar contact elkaar in kunnen hebben.
Ik heb goedkeuring van VSO om in Tikapur mijn taalles te vervolgen. Dan zal ik volgende week dus daar naartoe verhuizen. Heerlijk om dan weer een eigen stekkie te hebben. Ik zal zo snel mogelijk internet regelen….maar weet niet hoe lang dat zal gaan duren. Er is daar maar 1 hotel. En ik kan mij niet voorstellen dat daar iets WIFI heeft. Tikapur is veel landelijker. Minder winkeltjes, meer landbouw en veeteelt, ook midden in de stad. maar daarover meer als ik er gesetteld ben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten