maandag 3 maart 2014

Mijn passie voor "de Vastelaovend"


Het is carnaval. Ik ben op de Beyart. Nachtdienst.
Buiten druist het carnavalsgeweld. Vanuit het trappenhuis zie ik af en toe verklede mensen langskomen of een “zate Hermenieke”, zo noemen de Maastrichtenaren een Joekskapel.
Ik voel het carnavalsbloed door mijn aderen pompen en stiekem bloedt mijn hart dat ik niet mee hos, maar aan het werk ben. 
Ik denk aan mijn grootmoeder die met de carnaval “Dieke Tiel” genoemd werd.  Van haar heb ik het gevoel voor dit volksfeest mogen leren: Verkleden, mooi maken, deinen op de muziek, liedjes meezingen, het “samen” gevoel met de mensen waartussen je bent opgegroeid, delen wat je bij je hebt aan lekkers, ontmoeten, blij zijn, gezelligheid, gemoedelijkheid…..dat is de carnaval.

Mijn oma was een echte “carnavaleske” Toen er na de oorlog weer voor het eerst gevierd werd, vond mijn opa dat te vroeg en had het mijn oma verboden te gaan vieren…ja… zo ging dat. En mijn oma zou ook braaf thuis blijven! Zou…. Ware het niet, dat ze midden in de stad woonde, vanwaar ze “den Hermonie” door de stad hoorde trekken. Het bloed begon te kriebelen en ze moest er gewoon bij zijn….. Natuurlijk had ze geen kostuum, maar daar wist ze wel wat op. Ze trok de gordijnen van het plafond, gooide de stof om zich heen, maakte haar gezicht zwart met schoenpoets, en sprong zo in “den Optoch van Venloo” Ieder jaar liep oma mee, als “Einzelgänger” en de mensen noemden haar dus Dieke Tiel.  Ze was zwaar, over de 100kg zwaar, en haar naam was Mathilda, zodoende. Ieder jaar een nieuw kostuum, vol creativiteit en vlijt. Mijn oma, mijn voorbeeld.

Mijn vader was ook niet voor de poes. Toen hij verkering had met mijn moeder en haar ophaalde voor een bal, kwam hij daar aan de deur als ballerina, compleet met tutu.

Het hele jaar door denk ik; Ach, die tijd heb ik gehad, maar hoe dichterbij het feest komt, hoe meer het weer gaat kriebelen. En dan zoek ik het ook niet zo direct hier in Maastricht, een stad waar ze ook zo goed carnaval vieren. Maar het trekt me echt naar de Jocussen en Jocussinnen van de Jokushaan. Het is de enige tijd in het jaar dat ik mijn "roots" voel.

Ondertussen stroomt mijn hoofd over van allerhande carnavalsherinneringen. Als kind al op school gevierd. Wij hadden een leraar in de derde klas, die ieder jaar een of twee nieuwe liedjes schreef voor de Wortelpin. Jo Hermans was zijn naam. Een hele fijne leerkracht ook. Zo kende ik al de liedjes die nieuw waren al helemaal van buiten, voor de carnaval begonnen was.
In de tijd dat ik op de MAVO zat, gingen we al op stap. Vaak samen met mijn zus. Ieder jaar was er een bal voor de jongeren op de kazerne, met goed live muziek. Ook “weishoes” werd ieder jaar bezocht. Daar kwamen we dan neefjes en nichtjes en kennissen tegen.

Later gingen we met het hele gezin en de rest van de familie naar “’t Ven” waar de carnavalsbals van de Moeraskwakers, zo super gezellig waren in de feestzaal van Savelkouls, dat een deel van mijn familie van Blerick naar ’t Ven verhuisde. Zelf kreeg ik daar verkering met de zoon van de feestzaalhouder, Bear. Een super aardige jongen, maar hij leek niet degene te zijn waar ik oud mee zou worden. Waarschijnlijk zal ik hem dinsdag wel even zien en spreken. Leuk toch. ;-)
Een jaar nadat het uit was, kreeg ik kennis aan Ton, ook uit het Ven. Hel mooie gerinneringen aan. Waarom het ooit uitging? Tja, dat vroeg ik mijzelf later ook nog wel eens af…..maar veel later, te laat. Maar ja...... 

Altijd kostuums gemaakt. Ieder jaar weer iets anders en nooit gekocht. Heerlijk om me daar in uit te leven. creativiteit te laten vloeien en stromen. 

Op mijn 28ste verhuisde ik naar Zwitserland. Op 1-1-1990 begon ik Muri op de kraamafdeling te werken. Wel had ik al tijdens het sollicitatiegesprek gevraagd, de carnaval vrij te mogen zijn, zodat ik dat thuis kon vieren. Dat was geregeld.
Toen het ergens in februari carnaval werd, stonden mijn lieve Duitse collega’s erop dat ik met hun de dag voor mijn vertrek mee zou gaan de “Smutzige Donstig z’Luzern” Oké….
Om 4:00u ’s ochtends vertrokken we met de trein. De trein zat bomvol! Allemaal verkleed! Drie kwartier later komen we aan in de stad. Al voor dat we het station binnen reden, gonsde het al. De hele stad vibreerde van de massaal rondtrekkende guggenmusiken. Ja, om 5:00u ’s ochtends. “Tagwache” noemt zich dat. Overal Guggenmusik. Na een tijdje realiseerde ik mij dat er maar weinig mensen waten van mijn eigen leeftijd, zo rond de 30, toentertijd. Die bleken dus allemaal vooral in zo’n guggenmusik te zitten. Rond 14:00u was er optocht. Daar heb ik de mooiste kostuums ooit gezien! Fantastisch. Het zelfde jaar heb ik mij dus bij zo’n guggenmusik aangesloten. De Gangelimusig van Muri. Heerlijk. Ieder jaar in juni/juli de lappen stof thuis krijgen om daar, naar voorschrift, een eigen kostuum van te maken. Hieronder een video..... 


In de tijd dat ik hier aan de vrije school voor de klas stond, heb ik wel in Maastricht gevierd. Op school met de kinderen, net zoals ik van mijn leraar geleerd had, iedere jaar de nieuwe liedjes leren met de klas. En de vrijdagmiddag voor de vakantie het grote bal met de hele school en acts van de kinderen. Onze schoolleider Fon speelde dan een soort circusdirecteur. Een heerlijke traditie.
Met Yvette ben ik wel eens in de stad wezen kijken naar de optocht en andere gewoontes van deze prachtige stad, maar gek genoeg blijf ik me met deze dagen steeds erg chauvinistisch te voelen. Iets waar ik de rest van het jaar dus absoluut geen last van heb….



Vanavond had ik eigenlijk dus nog twee uurtjes willen gaan slapen voordat ik naar mijn werk toe moest. Dan zou ik fit genoeg zijn geweest om aansluitend aan de dienst al naar Venlo te rijden, en samen met mijn moeder te ontbijten….. maar dat liep anders.
Er kwam namelijk steeds meer geluid van mijn buren mijn huis binnen. Eerst dacht ik dat ze even thuis waren om iets te eten, maar het werd steeds doller. Toen om 21:00u de muziek, of liever gezegd de bassen van de muziek, zo vol open stonden dat de glazen in mijn kast begonnen te rinkelen, besloot ik te gaan vragen of ze het gebonk wat lager zouden kunnen zetten. Het verdere geluid viel namelijk best wel mee, maar dat gedreun van die bassen…. Pfff, lastig te verdragen.
Maar toen ik bij mijn deur kwam, stak daar een klein briefje in de brievenbus. Mijn buurmeisje had het geschreven.
“Hallo Buren,
Ik vier vandaag mijn verjaardag en tot 24:00u is er muziek.”  Ze hebben de bel niet eens gehoord. De uitzending op de tv was zo niet eens fatsoenlijk te volgen.
Tja, had ik dat nu van tevoren geweten, of gewoon wat eerder, dan had ik daar beter op kunnen anticiperen. Nu ben ik gewoon maar vervroegd naar mijn werk gegaan. Met een rothumeur, ja, dat wel. Ik baal gewoon als een stekker deze nacht. Moet ik gewoon even kwijt, ventileren.
Morgen is dat allemaal weer over, dan kan ik zelf weer mee gaan doen en is alles vergeten. Dan zal ik deinen op de muziek, mee zingen met de liedjes en genieten van alles wat de carnaval mij te bieden heeft.
Nou, eigenlijk is het nu alweer oké. Al dat ophalen van  mooie en feestelijke herinneringen heeft al erg goed gedaan. Zo werkt dat dus blijkbaar….

Alaaf, en wie weet kom ik je vandaag of morgen in Venlo tegen…..maar of je me dan herkent?!?



Geen opmerkingen:

Een reactie posten