Het is carnaval. Ik ben op de Beyart. Nachtdienst.
Buiten druist het carnavalsgeweld. Vanuit het trappenhuis
zie ik af en toe verklede mensen langskomen of een “zate Hermenieke”, zo noemen
de Maastrichtenaren een Joekskapel.
Ik voel het carnavalsbloed door mijn aderen pompen en
stiekem bloedt mijn hart dat ik niet mee hos, maar aan het werk ben.
Ik denk aan mijn grootmoeder die met de carnaval
“Dieke Tiel” genoemd werd. Van
haar heb ik het gevoel voor dit volksfeest mogen leren: Verkleden, mooi maken,
deinen op de muziek, liedjes meezingen, het “samen” gevoel met de mensen
waartussen je bent opgegroeid, delen wat je bij je hebt aan lekkers, ontmoeten, blij zijn, gezelligheid, gemoedelijkheid…..dat is
de carnaval.
Mijn oma was een echte “carnavaleske” Toen er na de oorlog
weer voor het eerst gevierd werd, vond mijn opa dat te vroeg en had het mijn
oma verboden te gaan vieren…ja… zo ging dat. En mijn oma zou ook braaf thuis
blijven! Zou…. Ware het niet, dat ze midden in de stad woonde, vanwaar ze “den
Hermonie” door de stad hoorde trekken. Het bloed begon te kriebelen en ze moest
er gewoon bij zijn….. Natuurlijk had ze geen kostuum, maar daar wist ze wel wat
op. Ze trok de gordijnen van het plafond, gooide de stof om zich heen, maakte
haar gezicht zwart met schoenpoets, en sprong zo in “den Optoch van Venloo”
Ieder jaar liep oma mee, als “Einzelgänger” en de mensen noemden haar dus Dieke
Tiel. Ze was zwaar, over de 100kg
zwaar, en haar naam was Mathilda, zodoende. Ieder jaar een nieuw kostuum, vol
creativiteit en vlijt. Mijn oma, mijn voorbeeld.
Mijn vader was ook niet voor de poes. Toen hij verkering had met mijn moeder en haar ophaalde voor een bal, kwam hij daar aan de deur als ballerina, compleet met tutu.
Het hele jaar door denk ik; Ach, die tijd heb ik gehad, maar
hoe dichterbij het feest komt, hoe meer het weer gaat kriebelen. En dan zoek ik het
ook niet zo direct hier in Maastricht, een stad waar ze ook zo goed carnaval
vieren. Maar het trekt me echt naar de Jocussen en Jocussinnen van de Jokushaan. Het is de enige tijd in het jaar dat ik mijn "roots" voel.
Ondertussen stroomt mijn hoofd over van allerhande
carnavalsherinneringen. Als kind al op school gevierd. Wij hadden een leraar in
de derde klas, die ieder jaar een of twee nieuwe liedjes schreef voor de
Wortelpin. Jo Hermans was zijn naam. Een hele fijne leerkracht ook. Zo kende ik
al de liedjes die nieuw waren al helemaal van buiten, voor de carnaval begonnen
was.
In de tijd dat ik op de MAVO zat, gingen we al op stap. Vaak
samen met mijn zus. Ieder jaar was er een bal voor de jongeren op de kazerne,
met goed live muziek. Ook “weishoes” werd ieder jaar bezocht. Daar kwamen we dan
neefjes en nichtjes en kennissen tegen.
Later gingen we met het hele gezin en de rest van de familie
naar “’t Ven” waar de carnavalsbals van de Moeraskwakers, zo super gezellig
waren in de feestzaal van Savelkouls, dat een deel van mijn familie van Blerick
naar ’t Ven verhuisde. Zelf kreeg ik daar verkering met de zoon van de
feestzaalhouder, Bear. Een super aardige jongen, maar hij leek niet degene te
zijn waar ik oud mee zou worden. Waarschijnlijk zal ik hem dinsdag wel even zien en spreken. Leuk toch. ;-)
Een jaar nadat het uit was, kreeg ik kennis aan Ton, ook uit het Ven. Hel mooie gerinneringen aan. Waarom het ooit uitging? Tja, dat vroeg ik mijzelf later ook nog wel eens
af…..maar veel later, te laat. Maar ja......
Altijd kostuums gemaakt. Ieder jaar weer iets anders en nooit gekocht. Heerlijk om me daar in uit te leven. creativiteit te laten vloeien en stromen.
Op mijn 28ste verhuisde ik naar Zwitserland. Op
1-1-1990 begon ik Muri op de kraamafdeling te werken. Wel had ik al tijdens het
sollicitatiegesprek gevraagd, de carnaval vrij te mogen zijn, zodat ik dat
thuis kon vieren. Dat was geregeld.
Toen het ergens in februari carnaval werd, stonden mijn
lieve Duitse collega’s erop dat ik met hun de dag voor mijn vertrek mee zou
gaan de “Smutzige Donstig z’Luzern” Oké….
Om 4:00u ’s ochtends vertrokken we met de trein. De trein
zat bomvol! Allemaal verkleed! Drie kwartier later komen we aan in de stad. Al
voor dat we het station binnen reden, gonsde het al. De hele stad vibreerde van
de massaal rondtrekkende guggenmusiken. Ja, om 5:00u ’s ochtends. “Tagwache”
noemt zich dat. Overal Guggenmusik. Na een tijdje realiseerde ik mij dat er
maar weinig mensen waten van mijn eigen leeftijd, zo rond de 30, toentertijd.
Die bleken dus allemaal vooral in zo’n guggenmusik te zitten. Rond 14:00u was
er optocht. Daar heb ik de mooiste kostuums ooit gezien! Fantastisch. Het
zelfde jaar heb ik mij dus bij zo’n guggenmusik aangesloten. De Gangelimusig
van Muri. Heerlijk. Ieder jaar in juni/juli de lappen stof thuis krijgen om
daar, naar voorschrift, een eigen kostuum van te maken. Hieronder een video.....
In de tijd dat ik hier aan de vrije school voor de klas
stond, heb ik wel in Maastricht gevierd. Op school met de kinderen, net zoals
ik van mijn leraar geleerd had, iedere jaar de nieuwe liedjes leren met de
klas. En de vrijdagmiddag voor de vakantie het grote bal met de hele school en
acts van de kinderen. Onze schoolleider Fon speelde dan een soort
circusdirecteur. Een heerlijke traditie.
Met Yvette ben ik wel eens in de stad wezen kijken naar de
optocht en andere gewoontes van deze prachtige stad, maar gek genoeg blijf ik
me met deze dagen steeds erg chauvinistisch te voelen. Iets waar ik de rest van
het jaar dus absoluut geen last van heb….
Vanavond had ik eigenlijk dus nog twee uurtjes willen gaan
slapen voordat ik naar mijn werk toe moest. Dan zou ik fit genoeg zijn geweest
om aansluitend aan de dienst al naar Venlo te rijden, en samen met mijn moeder
te ontbijten….. maar dat liep anders.
Er kwam namelijk steeds meer geluid van mijn buren mijn huis
binnen. Eerst dacht ik dat ze even thuis waren om iets te eten, maar het werd
steeds doller. Toen om 21:00u de muziek, of liever gezegd de bassen van de
muziek, zo vol open stonden dat de glazen in mijn kast begonnen te rinkelen,
besloot ik te gaan vragen of ze het gebonk wat lager zouden kunnen zetten. Het
verdere geluid viel namelijk best wel mee, maar dat gedreun van die bassen…. Pfff,
lastig te verdragen.
Maar toen ik bij mijn deur kwam, stak daar een klein briefje
in de brievenbus. Mijn buurmeisje had het geschreven.
“Hallo Buren,
Ik vier vandaag mijn verjaardag en tot 24:00u is er
muziek.” Ze hebben de bel niet
eens gehoord. De uitzending op de tv was zo niet eens fatsoenlijk te volgen.
Tja, had ik dat nu van tevoren geweten, of gewoon wat
eerder, dan had ik daar beter op kunnen anticiperen. Nu ben ik gewoon maar
vervroegd naar mijn werk gegaan. Met een rothumeur, ja, dat wel. Ik baal gewoon
als een stekker deze nacht. Moet ik gewoon even kwijt, ventileren.
Morgen is dat allemaal weer over, dan kan ik zelf weer mee
gaan doen en is alles vergeten. Dan zal ik deinen op de muziek, mee zingen met
de liedjes en genieten van alles wat de carnaval mij te bieden heeft.
Nou, eigenlijk is het nu alweer oké. Al dat ophalen van mooie en feestelijke herinneringen
heeft al erg goed gedaan. Zo werkt dat dus blijkbaar….
Alaaf, en wie weet kom ik je vandaag of morgen in Venlo tegen…..maar
of je me dan herkent?!?