Je voelt de winter aankomen. De wind waait fris om de neus. Mijn rugzakje is al gevuld met een fotoapperaat, een loep, verrekijker en zakmes. Ik pak mijn handschoenen en muts mee, en maak me op weg naar het Jekerdal. Daar heb ik later een afspraak met Yvonne, over het vrijwilligerswerk dat ik op de Natuurtuinen zal gaan doen voor de IVN opleiding.
Daar aangekomen loop ik in de richting van de kazerne.
Daar moet ergens een bruggetje zijn. Dat bruggetje is het ontmoetingspunt voor
de deelnemers aan de excursie over beversporen.
Het lijkt me reuze interessant om hieraan deel te nemen.
Op de eerste plaats natuurlijk omdat ik meer te weten wil komen over de bever,
en hoe ik zijn sporen kan herkennen. Op de tweede plaats ben ik ook erg
benieuwd naar de manier waarop Peter Alblas van het CNME deze excursie zal gaan
vormgeven. Ik wil er graag veel van opsteken dus. Observeren in plaats van
onderzoeken.
Nu begon het er mee, dat ik bij het bruggetje stond te
wachten. Zo'n 10 minuten voor het begin, begon ik eraan te twijfelen of ik wel
de goede datum had, maar die klopte.....er was nog geen mens. 5 minuten voor de
tijd, bedacht ik mij dat er nog wel eens een ander bruggetje bedoeld zou kunnen
worden, en liep nog meer richting de kazerne, en ja hoor, daar stond een hele
groep mensen. Ik schat een groep van 38 mensen. Al helemaal in de ban van
Peter's verhaal.
Na een korte uitleg over de opzet van de komende twee
uurtjes, liepen we naar beneden, naar de oever van de Jeker. Daar aangekomen,
rustig wandelend richting de Natuurtuinen. We bleven eerst staan bij een paar
houten palen of boomstammen, die rechtop in de grond stonden. Al behoorlijk
door de tijd getekend.
Peter stelt veel vragen, en als je antwoord geeft, heeft
hij nog meer vragen. Zo lijkt hij uit te dagen te blijven nadenken over waar we
op het moment mee bezig zijn.
Als er genoeg nagedacht is en hij de nodige complimenten
over de voorhanden kennis uitgedeeld heeft, vertelt hij hoe de vork dan in de
steel zit.
De oude en dode boomstammen in de grond zijn daar in de
buurt ooit neergezet om de stroom van de Jeker in bedwang te kunnen houden,
voor de boeren en mensen van de stad. De meanderende (kronkelende) Jeker zou
immers zo maar een stuk van je land weg kunnen spoelen...
Iets verderop staat een gemaal, met hetzelfde doel. De
mens houdt de natuur in bedwang......
Op een gegeven moment ziet een jongetje iets, een geknakte tak waar je vers lichtgekleurd hout ziet. Het jongetje vraagt enthousiast en gedreven of dat iets met de bevers te doen heeft. "Ha, we hebben een speurneus....." riep Peter uit. En de rest van deze excursie werd regelmatig een beroep gedaan op deze speurneus, en hij kreeg verschillende opdrachtjes. Hij betrekt de kinderen zo heel actief bij het onderzoeken, zoeken, verwonderen en beleven.
Ook enkele andere kinderen kregen nog de titel van
speurder.... Er werden verrekijkertjes uitgedeeld zodat iedereen ook goed de
overkant van de oever kon bekijken.
Na een tweede bruggetje vond iemand een hele dikke tak,
met duidelijk taps afgeknaagde uiteinde. Dat was van een bever. Ook was er aan
de overkant een hele mooie oplossing gevonden door ene meneer T. Hij kreeg last
van bevers in zijn tuin. Er gaat n.l. een trapje van zijn tuin tot aan het
water. Dat gebruikt zo'n beestje natuurlijk ook. Om nu te voorkomen dat de
bevers in zijn tuin gaan knagen aan struiken en boompjes, heeft deze meneer een
eenvoudig metalen schot gemaakt, dat hij makkelijk kan verwijderen, zodat hij
ook naar de waterkant kan gaan om bijvoorbeeld te vissen.
De gevonden stok, heeft Peter van meneer T. mogen lenen.
Er werd uitgelegd hoe een bever te werk gaat en er wordt gesproken over een
"bever-groetentuin" ik vroeg wat ik mij daaronder moest voorstellen,
maar dat zou ik nog wel te weten komen......
Gaandeweg kreeg iedereen meer oog voor omgeknikkerd
takken, bijt en knaagsporen. Ook zagen we de verschillen tussen de bijtsporen van
schapen, die ook wel wat bast lusten, en de knaagsporen van de bever.
Op een gegeven moment komen we bij een plek waar wel 20
struiken omgeknaagd zijn. Dat is nou een "bever-groententuin" volgend
jaar staat is het ook allemaal weer bijgegroeid. Een bever akkertje dus. Er
zijn duidelijk bever trapjes te zien waar ze aan land gaan. Steeds maar weer
worden kinderen erbij gehaald en gevraagd wat ze zien, ontdekken, en worden er
vragen gesteld.
Er zijn behoorlijk dikke bomenstammen doorgeknaagd, wel
15-20cm doorsnede.
Een jongetje geeft aan dat hij naar het einde verlangt
omdat hij koude voeten heeft. Peter zegt hem dat hij maar even op en neer moet
rennen naar een klein bosje verderop.
Dat jongetje gaat niet gelijk rennen. Het idee is
natuurlijk goed. Even rennen maakt helemaal warm, en dat van binnen uit. Even
later zie ik hem toch rennen, met veel plezier, niet om te rennen, maar omdat
er ergens iets ontdekt is dat hij wil zien.
Onderweg ontdekken we nog mispels, die zijn nog niet rijp,
ze moeten rot zijn om te kunnen verorberen. Ook leren we over de holletjes van
de ijsvogel. De ijsvogel en de bever leven vaak samen. Een symbiose. Het
vogeltje bouwt zijn nest in de steile hellingen van de beken. De omgevallen
bomen zorgen voor uitslijting van de tegenover liggende oever die steil genoeg
worden voor de speciale nestjes.
Ook wordt er verteld hoe het komt dat er geen dam te
vinden is. Het water van de Jeker is diep genoeg. De bever bouwt alleen een dam
wanneer het water te laag is om er goed in te kunnen zwemmen. Water zorgt
ervoor dat hij zich veilig voelt, daar kan hij zich makkelijk bewegen.
Op een van die omgeknaagde boomstammen heeft een merel
zijn nestje gebouwd. Fantastisch mooi om te zien. In de zomer was het helemaal
bedekt door alle bladeren, nu verlaten en voor iedereen zichtbaar.
Peter vertelt dat er een hele bever familie gezien is. Er
zouden nu twee tot drie jongen zijn. Ja, die knagen heel wat af. In het
afgeknaagde gebiedjes kun je ook jonge takjes zien die aan- en doorgeknaagd
zijn. Het liefst zou ik aan de andere kant gaan kijken of daarna sporen zijn
van extra kleine tandjes, van de jongen dus.....
Dit punt was voor mij wel een hoogtepunt.
We lopen nog wat door en zien steeds meer sporen. Als je
eenmaal weet waar je naar moet kijken, gaat het bijna vanzelf. Wonderlijk hoe
toegankelijk deze wereld is. Als er een beetje moeite voor doet zetten hele
werelden hun poorten open...... Fantastisch!
Steeds maar weer is daar de stem van Peter, die weer
roept; "O, dat is leuk. Kijk daar nu, dat is nieuw.....dat is vers."
Zijn enthousiasme maken de ontdekkingen tot traktaties.
Op een gegeven moment roept een oudere dame haar kleinzoon
terug. Hij slaat tegen jonge plantjes met en stok. Peter gaat er gelijk op in.
Hij houd een gepassioneerd betoog voor de belevende manier waarop jongens
leren, het zelfs nodig hebben. Jongens, moeten jongens kunnen zijn en
jongensdingen kunnen doen. Dat precies wat ook duidelijk wordt in de opnames
van "De achtertuin van Jan Wolkers".
Ik denk terug aan een interessant artikel over feminisering
van het onderwijs. Jongens komen daarin vaak te kort, maar dat is een heel
ander verhaal. Terug naar de bevers....
Het toetje. Hij laat zich ontvallen dat vlak bij mijn huis
ook bevers zitten.....daar wist ik niets van. Ik ga ze zoeken hoor, ik weet nu
hoe de sporen er uit zien. Ook weet ik om welke tijd ze vaak te zien zijn. Op
een zwoele avond zal ik rustig wachten op deze dieren.
Ik heb weer veel geleerd vandaag. Het maken van dit
bericht zorgt ervoor dat ik meer van kan onthouden. Alleen al door het
schrijven herinner ik mij weer dingen die gezegd zijn, die eigenlijk alweer
bijna vergeten leken.
In ieder geval; Peter bedankt!